Een schram oplopen is oké?

Wat?! Een schram oplopen is oké?!?! Ja, en nu met hulpmiddelen….

Ik las deze week een artikel van Gezonde Kinderopvang en VeiligheidNL over het in praktijk brengen van ‘uitdagend spelen’ ten behoeve van de ontwikkeling van het kind. Dat het oké is wanneer een kind tijdens het spelen een schrammetje of blauwe plek op kan lopen. Ik voelde me geroepen als reactie hier een blog over te schrijven, want wat houden we elkaar gevangen!

 

Wat is de situatie?

Veel te veel kinderopvangorganisaties ervaren dilemma’s bij het geven van ruimte aan spelende kinderen. Ruimte om te ontdekken, risico’s te nemen en grenzen te verkennen. Om dit uit te voeren, ervaren KO’s vaak dat ze tegen de regels van de GGD aanlopen, maar ook tegen overbeschermende ouders. En daarnaast zijn vaak de eigen protocollen vooral ingericht om iedere vorm van aansprakelijkheid te voorkomen.

 

De aanpak

Om deze organisaties te helpen zijn er hulpmiddelen ontwikkeld en nu dus geïntroduceerd. Een poster, een video en ‘goed gespeeld’ stickervellen voor kinderen, die vooral bedoeld zijn om het gesprek aan te gaan met ouders en collega’s. Door deze stickers en posters te gebruiken is het de bedoeling dat je als pedagogisch medewerker (pm’er) ouders kunt vertellen dat stoeien, rennen en klimmen gepaard kan gaan met een schram en dat dit helemaal oké is voor de ontwikkeling van een kind.Goed bedoeld natuurlijk, maar ik vraag me sterk af of dit z’n werk zal doen.

 

Vanuit de pm’er gedacht

  • Want terwijl ik dit las, verplaatste ik mezelf in de schoenen van een pedagogisch medewerker en vroeg mij af:
  • Welk vertrouwen gaat het mij geven als op de deur van mijn KO een poster hangt met als titel ‘Goed spelen vinden wij leuk en geeft ons zelfvertrouwen’.
  • Hoe ga ik het gesprek aan met ouders die zich afvragen hoe het komt dat er een schaafwond zit op de knie van hun kind? Waar vind ik dat?
  • Wat nu wanneer ik als pm’er dit soort confrontaties met ouders erg lastig vind en liever ontwijk?
  • En wat doe ik met collega’s die niet dezelfde visie hebben als die op de poster? En als zij bijvoorbeeld óók bang zijn voor de confrontatie met ouders?
  • Hoe vertrouw ik op de GGD, die steeds meer regels controleert?

 

Geen oplossing dus!

Een leuke spreuk aan de wand staat charmant. Dat kan het motto zijn. Nou, ik kan niet anders concluderen dat ik als pm’er nog steeds tegen dezelfde dilemma’s aan zou lopen en mij tamelijk alleen zou voelen staan. In essentie verandert het niets namelijk. Want de regels houden me nog steeds tegen, de ouders en het beleid feitelijk ook…  Welke kans van slagen heeft zo’n poster dan?

 

Mijn visie

De poster, de video, de stickers zijn traditionele en ‘voorzichtige’ beleidsinstrumenten in een poging het gedrag te veranderen bij KO’s om van risicomijdend naar uitdagend spelen te gaan. Op zich begrijp ik de bedoeling, maar in mijn optiek heb je deze instrumenten in eerste instantie niet nodig. Dé oplossing ligt naar mijn mening in een omslag bij de organisatie zélf.

 

Stap voor stap

Sta je open voor een omslag om van risicomijdend naar uitdagend spelen voor kinderen te gaan, dan kan dit zeven stappenplan je op weg helpen. Onderzoek dan het volgende:

 

Zeven stappenplan

  1. Begin eerst met een grondige check van je eigen overtuigingen. Of die nu van jezelf als ondernemer zijn of als bestuurder van een kinderopvangorganisatie: hoe sta je zélf hierin? Want als dit al buiten je eigen comfortzone ligt…. Hoe ga je dit dan overbrengen op de organisatie? Maar oké, stel dat het je eigen overtuiging is, ga dan (pas) naar stap 2.
  2. Ga op zoek naar de bevlogenheid binnen je team. Vooral over uitdagend spelen! Mensen geven het beste van zichzelf wanneer ze gemotiveerd en uitgedaagd worden en bevlogen mogen zijn.
  3. Leer je mensen ‘anders’ kennen. Je hebt mensen die liever een oogje in het zeil houden met een kopje thee in de hand. Maar je hebt ook mensen die graag mee willen doen met het (buiten-)spel. Maar ook: Wat doen ze in hun vrije tijd? Wie is een echte (buiten-)speler en wil dit ook overbrengen op kinderen? Stimuleer dat! Ga het gesprek met hen aan, zoek naar hun oplossingen om kinderen meer te laten bewegen door de pm’er te vertrouwen en uit te dagen om bij te dragen.
  4. Laat het plezier zien van kinderen (en pm’ers) aan hun ouders. Ook zij hebben vroeger schrammen en bulten opgelopen.
  5. Neem op in je beleid dat struikelen, vallen van een speeltoestel, of een schram krijgen horen bij het vrije spel (in de natuur). Dat dit kan gebeuren.
  6. Communiceer continu waarom je beleid is zoals het is. Wat de achterliggende gedachte is en waarom je de dingen zo doet.
  7. Creëer rond (buiten-)spelen een positieve sfeer: Eentje van ontdekken, leren en proberen, trots zijn op elkaar en de kinderen.

 

Het meest belangrijke!

Vertrouwen op iets wat buiten je eigen controle ligt is moeilijk. Vertrouwen op iets waar je zelf goed in bent en volledig achter staat, kost veel minder energie. Ga dus op zoek naar de spelende pm’s binnen je team: laat hen spelen en geef hun alle ruimte daartoe. Door dingen te laten doen die zij zelf fijn en het leukst vinden, appelleert dit aan wie ze zijn en waar ze goed in zijn. Laat pm’ers zelf formuleren wat realistische veiligheidsregels zouden moeten zijn ten aanzien van uitdagend spelen. Je zult zien dat die hoegenaamd niet verschillen van die van de GGD.

Maar laat hun ook helder maken: Wat verwachten ze hierin van jou, wat verwachten ze van hun collega’s onderling? Als ze dit allemaal duidelijk hebben en je laat hun de eigen normen uitvoeren en bewaken, dan hebben ze controle. En kunnen ze met vertrouwen de vragen van de GGD en de ouders beantwoorden.

 

Je medewerkers, dáár zou de focus op moeten liggen.

Doen wij ook…

Sandra Hofhuis

Eigenaar BuitenSpeelOpvang Wijs! samen met Frija Bleijerveld

Ga naar overzicht